Circa 4800 gedupeerden in het toeslagenschandaal hebben de schadevergoeding van 30.000 euro ontvangen die hun eind december was beloofd. Daarmee ligt staatssecretaris Alexandra van Huffelen (Toeslagen) naar eigen zeggen op koers om alle ouders die zich gemeld hebben, uiterlijk 1 mei dat bedrag te hebben uitbetaald.
In totaal hebben zich een kleine 25.000 ouders gemeld voor de compensatieregeling. Van de ruim de helft is de aanvraag al met een "lichte toets" beoordeeld. Daarbij is bijvoorbeeld bekeken of zij inderdaad kinderopvangtoeslag hebben ontvangen. De overige dossiers worden de komende weken behandeld.
Tot nu toe is van 4000 aanvragers vastgesteld dat zij geen recht hebben op 30.000 euro. Bijvoorbeeld omdat zij nooit kinderopvangtoeslag hebben aangevraagd, of zelfs geen kinderen hebben. Ook kan het zijn dat zij toeslagen moesten terugbetalen om een reden die niets te maken heeft met vooringenomenheid of een te strenge toepassing van de regels. Al deze mensen krijgen voor 1 mei een brief. Een definitieve afwijzing is dat overigens nog niet, hun zaak wordt later nog volledig beoordeeld.
Van Huffelen zegt "heel blij" te zijn dat de deadline van 1 mei die zij zichzelf gesteld had, waarschijnlijk wordt gehaald. Zij verwacht dat van de ouders die dan 30.000 euro hebben ontvangen, ongeveer de helft "financieel geheel geholpen is". Mensen die meer schade hebben geleden krijgen de rest alsnog vergoed. Wie meer krijgt dan de daadwerkelijke schade, hoeft de rest niet terug te betalen.
Er zullen ook mensen 30.000 euro ontvangen die daar bij een zorgvuldigere beoordeling geen recht op zouden hebben gehad. "Ik beschouw dit als onvermijdelijk en wil geen onzekerheid creëren bij ouders door in deze situaties betalingen weer terug te vorderen", aldus de staatssecretaris.
De regeling werd ingesteld naar aanleiding van een vernietigend rapport van een parlementaire ondervragingscommissie over de toeslagenaffaire. Vele duizenden mensen werden als gevolg van vooringenomenheid bij de Belastingdienst of een te strenge uitleg van regels jarenlang ten onrechte gebrandmerkt en behandeld als fraudeurs. Politiek, uitvoeringsorganisaties en de rechterlijke macht deden volgens de commissie nagenoeg niets om dit "ongekende onrecht" te voorkomen.
Een al lopende compensatieregeling bleek veel te ingewikkeld en tijdrovend. Daarom besloot het kabinet alle gedupeerden snel 30.000 euro te geven. Uiteindelijk trad wegens de affaire het voltallige kabinet af.